Het schilderspalet van Frits

Dit houten schilderspalet met verfresten in verschillende kleuren was van Frits Verduin. Frits was kunstenaar en zat tijdens de oorlog in het Apeldoornsche Bosch, een Joodse psychiatrische instelling.

Frits Verduin

Amsterdam, 13 februari 1923 – Auschwitz, 30 november 1944
Bereikte de leeftijd van 21 jaar
Beroep: (reclame)schilder

Het schilderspalet van Frits

Foto van de kleinkinderen van de familie Verduin met Frits in het midden achterin, 1937. Privécollectie familie Verduin.

Frits Verduin werd in 1923 geboren aan de Reguliersgracht in Amsterdam. Hij woonde daar met zijn vader Bernard, zijn moeder Betje en zijn broer Bernard, die Bob genoemd werd. Zijn moeder overleed toen Frits nog geen twee jaar oud was. Bernard Verduin had een neon-lichtreclame fabriek. Bob werkte als glasblazer en Frits als reclameschilder.

Rond september 1942 werd Frits opgenomen in de psychiatrische instelling het Apeldoornsche Bosch. Hij was toen negentien jaar. Zijn vader deed ondertussen zijn best om een doopbewijs van een betovergrootmoeder te vinden. Hij hoopte dat dit de deportatie van zijn familie zou voorkomen.

In brieven aan zijn vader, stiefmoeder en broer schreef Frits over het leven in het Apeldoornsche Bosch. Hij sprak er met de artsen en verplegers, maar moest ook werken. Hij sprokkelde hout en werkte in de tuin. Frits was kunstenaar en zijn vader had hem tekenspullen en zijn schilderkist gestuurd. De schetsen die hij maakte, stuurde hij naar huis.

Getekend portret van zijn vader, door Frits Verduin, 1942. Collectie JCK.

Getekend portret van zijn vader, door Frits Verduin, 1942. Collectie JCK.

Frits dacht veilig te zijn in het Apeldoornsche Bosch, maar op 20 januari 1943 kwam de ordedienst uit Westerbork naar Apeldoorn. Veel mensen dachten hierdoor dat de inrichting snel ontruimd zou worden en veel patiënten en verplegers vluchtten. Het lijkt erop dat Frits één van hen was, want bij de ontruiming van de instelling in de nacht van 21 op 22 januari werd hij niet opgepakt. Het kan ook zijn dat hij het Apeldoornsche Bosch al eerder had verlaten.

Onderduiken

Waar Frits daarna verbleef weten we niet. Er zijn aanwijzingen dat hij voor zes maanden ondergedoken zat in pension Eljo-Zamy in Ugchelen. In de nacht van 14 op 15 juli was daar een inval door de politie, waaraan hij opnieuw ontsnapte.

Frits dook later onder bij kennissen van de familie op de Kloveniersburgwal in Amsterdam. In maart 1944 werden hij daar ontdekt, gearresteerd en naar Westerbork overgebracht. Op 5 april 1944 werd Frits als strafgeval naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij tewerkgesteld werd.

Auschwitz

Over Frits’ tijd in Auschwitz weten we maar weinig. Hij wordt genoemd in enkele ooggetuigenverslagen. Het zou kunnen dat hij in het najaar van 1944 is overleden in Gleiwitz I, een buitenkamp van Auschwitz. Het zou ook kunnen dat hij na één van de vele selecties waarbij zieke en zwakke gevangenen werden geselecteerd om vermoord te worden, in Auschwitz is vermoord. Zijn officiële sterfdatum is 30 november 1944.

Ook Frits’ broer Bob overleefde de oorlog niet. Hij werd vermoord in concentratiekamp Buchenwald. Frits’ vader en neef Ernst overleefden wel.

Het schilderspalet van Frits

Foto van de kantoren met personeel van het Apeldoornsche Bosch, circa 1934. Collectie JCK.

Apeldoornsche Bosch 

De psychiatrische instelling Apeldoornsche Bosch lag aan de Zutphenseweg in Apeldoorn. Eind 1942 verbleven er bijna 1100 patiënten en ruim 400 personeelsleden. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 begon de ontruiming. Alle aanwezige inwoners, op ongeveer 100 onderduikende personeelsleden na, werden via Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz.

Herinneringscentrum Apeldoornsche Bosch is een permanente plek waar verhalen van, over en uit Het Apeldoornsche Bosch worden verteld. Het herinneringscentrum is op afspraak te bezoeken.